Brainport en Eindhoven; samen sterker

Soms lijkt er geen belangrijkere economische regio dan Eindhoven. Zowel op het stadhuis als in politiek Den Haag vallen politici en ambtenaren over elkaar heen om Brainport en haar topbedrijven de hemel in te prijzen. Die aandacht is mooi maar verre van voldoende. Hoe zorgen wij ervoor dat Brainport voor alle inwoners van meerwaarde is?

               Sinds 2016 is Brainport een mainport, ‘een economisch kerngebied van nationale betekenis’. Dit belangrijke label was tot voor kort alleen weggelegd voor de haven van Rotterdam en Schiphol. Dat Brainport deze status nu ook heeft, is niet alleen te danken aan het succes van de bedrijven zelf. Het is voor een groot deel het resultaat van een uniek samenwerkingsverband tussen lokale overheden, bedrijven, en kennisinstellingen. Brainport is daarmee een voorbeeld voor heel Nederland.

               Het succes van Brainport is van nationaal belang. De techsector heeft de toekomst en onze regio levert een steeds grotere bijdrage aan de Nederlandse welvaart. Met de moordende internationale concurrentie is het unieke samenwerkingsverband, waar de gemeente Eindhoven een belangrijk onderdeel van is, dan ook hard nodig. In de Brainportregio ligt het private kapitaal namelijk niet voor het oprapen zoals dat wel het geval is in het Amerikaanse Sillicon Valley. Het versterken van Brainport verbetert niet alleen de kansen van de grote techbedrijven maar kan ook het lokale midden- en kleinbedrijf helpen, de zorg betaalbaar houden, en de kansenongelijkheid bestrijden.

Dit alles is niet vanzelfsprekend. Vaak wordt te makkelijk aangenomen dat wat goed is voor een bedrijf ook meteen goed is voor de samenleving. In werkelijkheid wordt te weinig stil gestaan bij de negatieve gevolgen van deze groei. Denk aan de druk op de woningmarkt en groeiende ongelijkheid in de stad. Het moet niet alleen leuk zijn in de buurten waar veel expats wonen. Maar denk ook aan het lokale midden- en kleinbedrijf die geen toeleveranciers zijn van regionale kampioen voelen zich nu weinig onderdeel van Brainport. Kortom, inclusieve groei kan je niet zomaar vanuit gaan.

               Het succes van de regionale techbedrijven is leuk, belangrijk zelfs, maar heeft pas meerwaarde als alle inwoners meeprofiteren. Op dat vlak hebben Brainport en Eindhoven nog veel te winnen want er ontbreekt een ambitieuze sociale agenda waarin goed wordt samenwerkt om grote maatschappelijke uitdagingen te lijf te gaan. Het versterken van de rol van Brainport in het meehelpen oplossen van maatschappelijke uitdagingen is broodnodig.

Dit betekent dus ook dat Brainport-bedrijven hun steentje mogen bijdragen aan het sociaal sterker maken van Eindhoven. Er zijn tal van maatschappelijke uitdagingen waarbij Eindhoven de kracht, de innovatie, en het creatieve van onze lokale bedrijven goed kan gebruiken. Denk aan het bouwen van woningen, het meefinancieren van culturele instellingen of het bespoedigen van de energietransitie. Ook kleine initiatieven van de bedrijven zelf kunnen zo worden versterkt. ASML biedt bijvoorbeeld gratis bijles aan voor scholieren uit arme gezinnen. Nu gaat het om tientallen jongeren uit de hele regio. In samenwerking met de gemeente en onderwijsinstellingen zouden honderden, zo niet duizenden kinderen kunnen profiteren. En of het nu gaat om het aanpakken van de wooncrisis of verbeteren van onderwijs, uiteindelijk is het ook in het belang van de bedrijven zelf.

               Een ambitieuze sociale agenda is nodig om zowel Eindhoven als Brainport weer een stapje vooruit te helpen en de uitdagingen van de toekomst het hoofd te kunnen bieden. Als wij als samenleving onze techkampioenen helpen competitiever te zijn, mogen wij ook van het bedrijfsleven verwachten te helpen met het sterker maken van de samenleving. Met een ambitieuze sociale agenda kunnen Eindhoven en Brainport een voorbeeld zijn voor de rest van het land.